Met de fiets door Valencia

 

De beste manier om Valencia te ontdekken is op de vertrouwde fiets. Het is niet het eerste vervoermiddel waar je aan denkt als je een citytrip doet. En toch is het een stad waar je heerlijk kunt fietsen en waar de fietsvoorzieningen uitstekend zijn. Er werd flink geïnvesteerd in het aantrekkelijk maken van fietsen in de stad. En het fijne aan fietsen in Valencia is dat er geen tot nauwelijks hoogteverschil is. Je kunt dus lekker fietsen, zonder het de volgende dag in de kuiten te voelen.

Er ligt maar liefst 120 kilometer aan fietspaden en binnen 'no-time' ben je van het centrum op de strandboulevard en als je iets verder fietst sta je in het Albufera natuurpark.

Wij huren een fiets voor één dag en rijden vandaag langs het strand, de haven en via het Turia Park terug naar de Stad van Kunst en Wetenschappen.

Een heerlijk zonnetje, haren in de wind en fietsen maar…

Valencia is trots op haar kilometerslange stranden. Nochtans lag het strand van dez estad er zo’n 25-30 jaar vrijwel ongebruikt bij. Nu wemelt het op het fijne zand van Valencianos en toeristen. De breed aangelegde promenade, de Paseo Maritimo, leidt vanaf de nieuwe haven iets meer dan 3 km noordwaarts. Hier kunnen de inwoners zich uitleven in hun twee liefste vrijetijdbestedingen: flaneren en lekker eten.

Meteen aan het begin, bij het stranddeel ‘Las Arenas’, bevindt zich het ene restaurant naast het andere. Op de terrasjes lopen de obers zelfs in de zomer zelden zonder hun jacket.

Daar waar de strandpromenade iets breder wordt, is het tweede strandstuk, de ‘Playa de la Malvarossa’. Hier zijn meer restaurants, die wat minder chic zijn, maar ze liggen wel pal aan het strand liggen. En je treft er meer straatverkopers.

Men kan nog verder fietsen (of wandelen) naar het Cabanyal strand. En wie meer houdt van een ruiger strand, fietst verder buiten Valencia, door het natuurgebied, langs de duinen, het Albufera meer, de rijstvelden en je eindigt in klein dorpje voor een heerlijke paella.

 

We rijden van de zee, richting centrum van Valencia. Het oude centrum van Valencia is compact, het heeft zijn charme, met haar smalle straatjes en éénrichtingsverkeer. Maar het is beter dit deel al wandelend ontdekken. Er zijn hier trouwens geen fietspaden en het is uitdagend om te manoeuvreren, je mag je in principe niet over de stoep fietsen.

 

Wij gaan fietsen in een (droge) rivier

Een van de highlights van Valencia is 'EL Jardin de Turia' (het Turia park). Deze groene strook vind je dichtbij het historisch centrum en een bezoekje aan dit park mag eigenlijk niet ontbreken wanneer je in Valencia bent.

Het Turia park heeft er niet altijd groen bijgelegen. Vroeger stroomde de rivier de Turia dwars door de stad. Op 14 oktober 1957 begon een van de meest tragische gebeurtenissen uit de Valenciaanse geschiedenis. De rivier stroomde de stad binnen en dit heeft vele mensenlevens gekost. Op verschillende plekken in de stad kan je nog zien hoe hoog het water in de straten kwam (2 à 3 meter hoog).

Men besloot de rivier om te leiden, ten zuiden van de stad. Ex-dictator Franco wilde in het oude rivierbed een autosnelweg aanleggen, maar dat plan is gelukkig nooit doorgegaan. De burgers kwamen in opstand en er werd besloten er een groene zone van te maken. In 1986 werd het Turia park officieel geopend.

De wegen kwamen er ook, aan de beide zijkanten van het park. En er werden tunnels gemaakt, waardoor de overlast van auto’s minimaal zou zijn.

De groene zone (op de kaart) is het Turia park (de vroegere rivier)

Het Turia park loopt van de Stad van Kunsten en Wetenschappen in het zuidoosten tot de dierentuin Bioparc in het noordwesten van de stad, en omarmt volledig het historische centrum in een brede bocht.

De groene long van Valencia is ongeveer 9 km lang en iedere dag vol leven, van ’s morgens tot ’s avonds. Het is uniek voor een stad om een park van zo’n gigantische lengte te hebben. Met een oppervlakte van ongeveer 110 hectare is hier een leuke ontmoetingsplaats.

Mensen spreken er af voor een picknick, zitten wat te lezen, maken muziek. Velen komen er sporten, en de kinderen komen er spelen. Het is ook een plaats waar vele festiviteiten worden georganiseerd

In het multifunctionele park zijn voetbalvelden, atletiekinstallaties, een minigolfbaan en zelfs een klein rugbystadion. Er is plaats voor skateboardende jongeren en de dierentuin 'Bioparc', leerpaden voor kinderen en speeltuinen.

In de speelpark 'Gulliver' ligt de aangespoelde reus vastgebonden op de grond. De kinderen, ofwel de lilliputters, klimmen er via touwen bovenop en glijden via zijn riem en schoenen terug naar beneden.

We rijden verder langs de goed aangelegde fietspaden. Voor toeristen is het een ideaal transportmiddel om het Turia park volledig te ontdekken.

De tuinen brengen verademing, plezier en rust, zowel voor de lokale bevolking als voor de toeristen. Je komt er nergens stoplichten tegen en je bevindt je weliswaar in de stad, maar toch midden in de natuur. Dit is ook dé plek waar je als (hard)loper je ontspanning kunt vinden.

Er zijn een paar plekjes voor een hapje en drankje. Maar Valencianen vinden het veel leuker om een eigen picknickpakketje mee te nemen. Locals genieten hier vaak van het zonnetje, rusten uit of lezen een boek, kids rennen rond en hondjes spelen met hun eigenaar.

 

In het Turia park staat het Palau de la Música (muziekpaleis). Dit is ongetwijfeld het hart van de muziekcultuur in Valencia. Meer dan 300;000 bezoekers per jaar vullen de diverse concertzalen. Het concertgebouw biedt onderdak aan alle muziekrichtingen en -stijlen: de goede akoestiek is aantrekkelijk voor klassieke ensembles, maar ook voor jazzcombo’s en muziekkapellen.

Voor dit concertgebouw bevindt zich een grote vijver met watervalletjes en fonteinen. Soms dansen deze fonteinen en het geklater wordt begeleid, zoals het hier past, met klassieke muziek.

Bruggen verbinden het centrum van Valencia met de buitenwijken. Er zijn achttien bruggen waar we onderdoor fietsen, de een is nog mooier dan de ander.

 

Een van de oudste bruggen (13de eeuw) is de Puente del Real. Deze brug verschafte de koningen een directe verbinding vanaf het paleis dat buiten de stadsmuren lag met de binnenstad.

Puente del Mar was de oude weg vanuit de binnenstad naar de haven. Het was een ligplaats van klein vrachtschepen. De brug kreeg zijn naam is omdat het de natuurlijke toegang tot de haven was, waar alle soorten goederen over zee aankwamen aan de poorten van Valencia (16de eeuw).

Op twee grote voetstukken met kolom én bedekt met een pannendak staan beelden: van de patroonheilige van Valencia, de Heilige Maagd en van San Pascual Baylon Yubero Patron van Villareal, een bedelmonnik die door de regio's van Castellón liep.

Deze stenen brug heeft (na meer dan 500 jaar) kalme wateren en overstromingen gezien, tijden van oorlogen, vrede en rust gekend, minnaars over de verhoogde weg zien lopen, en elke dag de zon zien opkomen van de kant die uitkijkt over de zee.

Zoals de naam al aangeeft is de Puente de las Flores (Bloemenbrug) gedecoreerd met bloemen. Deze brug is versierd met duizenden geraniums die elk seizoen vervangen worden.

 

Nog meer bekende bruggen zijn de Puente Nueve de Octubre, Puente de la Exposición (beide ontworpen door Santiago Calatrava) en de Puente de Aragón.

 

Hier waar eens water stroomde, groeit nu nieuw leven. Het is bijna niet voor te stellen dat hier ooit schepen over de Turia voeren.

 

Wij rijden naar het einde van het Turia park en houden nog even halt in de Stad van Kunsten en Wetenschappen.

 

Volgend deel : Valencia en de Centrale markt

Maak jouw eigen website met JouwWeb