Franse Ardennen : Sedan, vestingstad aan de Maas

 

Het massief van de Ardennen strekt zich uit over België, Duitsland, Luxemburg en Frankrijk.

Als we vanuit Dinant (België) de Maasvallei volgen, richting zuiden, dan merken we nauwelijks dat we de grens met Frankrijk oversteken.

Plots staan we in Givet bij het oer-Franse monument aux morts.

Het verschil met de Belgische Ardennen is nagenoeg onmerkbaar en in meer dan één opzicht lijkt Givet op Dinant.

De Maas is zowat de levensader van de Franse Ardennen. De rivier heeft een diepe bedding uitgesneden in het Ardense massief en is op haar mooist in Monthermé.

De Ardennen zijn op hun mooist als ze getooid gaan in herfstkleuren of bedekt met sneeuw. Liefhebbers van wild, dé culinaire specialiteit van de regio komen in de herfst en de winter ruimschoots aan hun trekken. Het wildseizoen begint in september en loopt op zijn laatste beentjes tegen eind februari.

De Franse Ardennen, het is een van de minst bevolkte regio’s van Frankrijk, al zijn er enkele belangrijke steden als Charleville-Mézières, Sedan en Rethel.

 

Sedan

Sedan, het ietwat slaperig maar charmante stadje aan de Maas, was niet alleen een vestingstad maar is sinds de 15de eeuw bekend om zijn textiel en lakenhandelaars. Hier werd van alles gemaakt: lakens, tapijten en bekleding van autozetels. Bepaalde modellen van Amerikaanse auto’s werden vroeger vaak 'sedan' genoemd. Dit was een verwijzing naar de bekleding in zware, extra stevig stoffen die afkomstig waren van Sedan.

De herroeping van het Edict van Nantes in 1685 bracht de lakenindustrie een gevoelige slag toe, maar in de 18de eeuw kwam ze weer tot bloei.

Sedan, wereldwijd bekend vanwege zijn onverwoestbaar textiel en fraaie tapijten, siert zelfs de officiële paleizen: de hertog van Windsor, Charles de Gaulle en president Kennedy zouden een tapijt uit Sedan gehad hebben.

 

Maar hét uithangbord van Sedan is de burcht. Die staat boven op een rotspunt aan de Maasoever, geflankeerd door twee stroompjes; de Bièvre en de Vra. De ligging, aan de rand van het 'bos van Ardenne', dat overvloedig binthout, gele kalksteen en zand verschafte, bood tevens het voordeel van toezicht op de scheepvaart en de oversteek van de Maas.

De burcht is met zijn zeven verdiepingen en een oppervlakte van 35.000 m² het grootste van Europa. Het is een van de eerste voorbeelden van Franse vestingbouw en bood plaats aan 4000 soldaten. Deze machtige burcht was 500 jaar lang strategisch gelegen tussen Frankrijk en het Heilig Romeinse Rijk, het latere Duitsland. Om die reden werd de burcht voortdurend voorzien van extra versterkingen en dikkere muren, terwijl het bestaande bouwwerk behouden bleef. De ‘bouwmeesters’ gaven de voorkeur aan verdikking van de muren of ‘bemanteling’.

Zo zien we hier een bouwkunst, bijgewerkt van de middeleeuwen tot aan de 19de eeuw. Het oudste deel dateert uit het begin van de 15de eeuw, maar de burcht zou zelfs in de Tweede Wereldoorlog een beslissende rol blijven spelen.

Een vleugje geschiedenis

De oudste vermelding van Sedan dateert van 1259. Évrard van Arenberg, graaf van La Marck, begon met de bouw van het kasteel in 1424. De 11de eeuwse Église Saint-Martin en een 13de eeuwse benedictijnenpriorij werden er gedeeltelijk in opgenomen. Uit die periode dateren het driehoekige grondplan en de 'nu onthoofde' tweelingtorens.

De 30m hoge muur, omgeven door een gracht, werd in de 16de eeuw versterkt met vier bastions. De afstammelingen van Évrard van Arenberg, prinsen van Sedan, woonden in deze machtige vesting met muren tot wel 7,20 m dik.

Begin 17de eeuw liet Henri de La Tour d’Auvergne het vorstendom als bruidsschat en liet buiten de muren van de citadel een nieuwe residentie optrekken; de voorburcht (alleen zichtbaar aan de binnenkant). De woonruimte maakt in de 18de eeuw plaats voor een hellend vlak naar de terrassen, de zuidgalerij. Van 1642 tot 1962 was het een militair bouwwerk, waarna de stad het kocht.

De grootse burcht van Europa

De burcht is tegelijk een luxueus prinsenverblijf en een ontzagwekkende vesting, waar gouden vaatwerk zij aan zij stond met allerlei geschut. Het is een heus open boek over de geschiedenis van de versterkingen. Met zijn reusachtige afmetingen en zijn overweldigende ommuring getuigt het ook vandaag nog van de rol die de prinsen van Sedan speelden op het toenmalige politieke toneel in Frankrijk en Europa.

We gaan binnen via de Porte des Princes.

En we komen op het binnenplein waar iedereen vrij in- en uit kan lopen.

Maar wie werkelijk de burcht helemaal wil bezoeken neemt best voldoende tijd hiervoor. Het volledige bezoek 1000 jaar geschiedenis bestaat uit twee delen:

  • Het eerste deel, de vestingwerken leidt ons langs de bastions, de vestingwallen en de rondwegen. De tijd hiervoor bedraagt 1.30u tot 2uur, ongeveer 350 treden en deels in openlucht. In de gangen en zalen staan wassen beelden opgesteld die het kasteelleven in beeld brengen.
  • Het tweede deel is het circuit Sedan, een prinsdom. Tijd ongeveer 1 uur, volledig overdekt en een gedeelte is toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit.

Aan het einde van het eerste deel, komen we in het Musée du Château Fort, een museum met archeologische vondsten, documenten over de geschiedenis van Sedan en herinneringen aan de Frans-Duitse oorlog van 1870 die hier werd beslecht. 

 

Slapen in de grootste Europese burcht

Het hotel Le Château Fort heeft haar naam niet gestolen. Dit driesterrenhotel bevindt zich in de omwallingen van het kasteel. Dit waren de oude opslagplaatsen en de gouverneurswoning, met zicht op het binnenplein van het fort. Het beschikt over 54 kamers en suites. Ze zijn eenvoudig, modern maar ook met een vleugje sfeer van de plaatselijke geschiedenis.

De gasten kunnen heerlijk dineren in het restaurant La Tour d’Auvergne (het vroegere logement van de Koninklijke luitenant). De menukaart verandert elk seizoenen en hier komen liefhebbers van wildgerechten hier in de herfst- en winterperiode ruimschoots aan hun trekken.

 

Volgend deel : we bezoeken de burcht