Saint-Montan, een middeleeuws dorp

De uitstap vandaag gaat naar het noorden van de bergengtes en brengt ons naar rustige natuurstenen dorpjes en aangename haltes langs de wegen. We laten ons graag verrassen door de geuren en ongelooflijke vergezichten iets buiten de warme kloofdalen waar het in de zomer soms al te warm kan zijn.

Het plateau de Gras vertoont reeds de kleuren van het zuiden, want tussen de wijnranken, de garrigue en de onvermijdelijke terrasbouw liggen hier ook lavendelvelden. Als de wijngaarden op de hoogvlakte tussen de Gorges de l’Ardèche en het Rhônedal geen mistral moeten trotseren, kunnen ze volop profiteren van het mediterrane klimaat.

Het plateau de Gras dankt zijn naam aan het middeleeuwse plaatsje Gras (niet te verwarren met Grasse in het departement Alpes-Maritimes). Dit plateau is omsloten door de Rhône in het oosten, de Montagne de Berg en de rivier de Escoutay in het noorden, de Gorges de l’Ardèche in het zuiden en de toeristische routes van Ruoms en Balazuc in het westen.

We rijden langs de wijngaarden van de Côtes-du-Rhône. Het wijngebied strekt zich uit over een terrasvormig gebied van 1260 ha boven de Rhône en de Ardèche. Deze wijn behoort tot de eerste AOC’s (1937).

Alleen al vanwege de mooie dorpen Larnas, St-Thomé, St-Montan en Valvignéres is een tochtje over het Plateau de Gras de moeite waard.

Het versterkte dorp St-Thomé op een uitstekende rots ligt rond de St-Thomaskerk en de St-Sébastienkapel.

In Larnas is op de, op enige afstand van het dorp staande, romaanse kerk St-Pierre-aux-Liens uit de 12de eeuw, met een achthoekige klokkentoren, een juweeltje. Deze kerk ligt naast een oud kerkhof met cipressen.

Saint Montan is een van de mooiste plaatsen van de regio. Het ligt aan de voet van een kasteelruïne tegen een heuvel geklemd en lijkt meer op een openluchtmuseum met de Middeleeuwen als thema dan op een echt bewoond plaatsje.

Volgens de legenden is het plaatsje in de 5de eeuw gesticht door Montan, een kluizenaar die in deze omgeving woonde. De geschiedenis van dit middeleeuwse plaatsje begint eigenlijk pas in de 11de eeuw, met de bouw van een kasteel, op een rots. Net zoals bij andere plaatsjes het geval was, ontstond er met de jaren een klein dorpje rondom dit kasteel.

Door de eeuwen heen groeide Montan tot een flink uit de kluiten gewassen dorp. Maar omstreeks 1522, bij het uitbreken van de Godsdienstoorlogen leed het plaatsje en de omgeving heel zwaar onder de gevechten tussen de katholieken en de protestanten. Velen verlieten Montan en toch bleven ambachtslui, landbouwers en enkele heren de middeleeuwse kern bewonen. Zelfs nog tot in 1880, toen de huisvesting eigenlijk al niet meer aan de normen van die tijd voldeed. Het was de periode waarin iedereen zijn eigen zijderupsenkwekerij had om te overleven en een veld kurkeiken voor de leerlooierijen.

Maar mensen had meer ruimte nodig en trokken ergens anders heen. Dat was het begin van het verval, Saint-Montan liep leeg. De inwoners vertrokken en vestigden zich in het dal. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het dorp zo goed als uitgestorven. Jongeren trokken weg naar de vallei en de oudere bevolking stierf langzaam uit.

Het was een verlaten dorp, zoals er veel waren in de Ardèche. Het dorp zou nu waarschijnlijk niet meer dan een hoopje stenen zijn, als er dertig jaar later geen burgerinitiatief was ondernomen.

 In 1970 besloot de ‘Association des Amis de Saint-Montan’ (Vereniging van vrienden van Saint-Montan), om de kapel van de stad te restaureren. Hier bleef het echter niet bij. De ruïnes werden teruggekocht van de voormalige eigenaren en één voor één, steen voor steen, werden de huizen gerenoveerd.

De straten werden geplaveid, de vervallen huizen opgeknapt en het leven is teruggekeerd in de oude buurtjes. De eerste gezinnen kwamen in 1978 naar het 'nieuwe oude' Saint-Montan en inmiddels telt het historisch centrum een honderdtal bewoners. Saint-Montan is nog niet 'af' maar is een project in ontwikkeling.

Saint-Montan wordt vaak genoemd als een van de allermooiste dorpjes in de Ardèche. En dat dankzij tal van vrijwilligers die hier ’s zomers helpen bij de moeizame restauratie.

Het is net of we maken een wandeling door de eeuwen heen. Van rechte doorgangen tot kronkelende steegjes, van overdekte straatjes tot steile weggetjes.

De ruïnes van de middeleeuwse citadel torenen hoog uit boven het dorp op de bergflank.

De natuurstenen huizen liggen dicht op elkaar geplakt tegen de rots en de kronkelende straatjes, doorsneden door trappen en passages, verdwijnen tussen de stenen muren. Met zijn tijdloze charme nodigt Saint-Montan uit tot een wandelingetje door de straatjes.

De vele verschillende deurtjes fascineren mij en ik vraag me af hoe het er binnen uitziet. Maar er was niemand te zien, niemand om tegen te praten of te vragen.

Alleen de poes hield ons gezelschap. Ze heeft een heel eind met ons meegewandeld, maar poseren voor de lens wou ze 'echt' niet!