Egyptisch museum : de mummiezalen.

 

Nog volledig onder de indruk van ons bezoek aan de schatten van Toetanchamon (vorig deel), gaan we de mummiezalen binnen.

DE MUMMIFICATIE

volgens wikipedia :

De Egyptische mummificatie ontstond in het Oude Egypte. De eerste vorm van mummificatie betrof slechts het uitdrogen van het lichaam in het hete zand. In de religie van de oude Egyptenaren nam mummificeren een steeds belangrijkere plaats in omdat zij geloofden dat het lichaam van een farao niet naar het eeuwige leven kon reizen zonder een stoffelijk lichaam dat niet verging.’

De oude Egyptenaren geloofden in een eeuwig leven na de dood en ontwikkelden complexe gebruiken om de overgang naar het andere leven mogelijk te maken. Een van die gebruiken was het mummificeren van het lichaam van de dode voor hereniging met de ziel in het hiernamaals. De overledene werd voorzien van alles wat hij nodig kon hebben in het volgend leven, voordat hij overgedragen werd aan de eeuwigheid via een aantal begrafenisrituelen.

Hoe ging men hiervoor te werk?

Mummificatie in het oude Egypte was een erg langdurig en duur proces. In totaal duurde het ongeveer 70 dagen voordat een persoon klaar was voor zijn volgende leven. Aangezien de oude Egyptenaren geloofden dat het mummificeren essentieel was om in het volgende leven verder te kunnen gaan, werd er veel tijd, geld en moeite in gestoken.

De mummificatie van het lijk werd uitgevoerd in een 'balsemtent' die speciaal voor dit doel bij het graf werd neergezet. In een tent bleef de lucht langer fris. Het lichaam werd op een houten tafel gelegd. De Egyptenaren gebruikten geen massieve tafels, dat was makkelijker als ze de windsels om het lichaam moesten doen.

De mummificatie gebeurde in verschillende stappen :

  • eerst werd het lichaam gewassen en ritueel gereinigd.
  • dan werden, via een snee in de linkerzijde, de organen verwijderd, met uitzondering van het hart. Elk van deze organen werd eerst gewassen in palmwijn en dan ingewreven met ‘natron’, wat diende om de organen uit te drogen en bacteriën, die ontbinding veroorzaakte, tegen te houden.

NATRON : is een natuurlijk mengsel van natriumzouten. Meren in de woestijn die af en toe door regen gevuld worden maar geen afvoer naar de zee hebben, worden steeds rijker aan zouten : natron. Als het water verdampt worden de erin opgeloste zouten steeds geconcentreerder en kristalliseren uiteindelijk uit. Een eigenschap van deze substantie is dat het lichaamsvocht onttrekt.

  • de lever, de maag, de longen en de darmen werden elk apart verpakt  in lange repen linnen en geplaatst in 'canopen' (urnen). De deksels van deze canopen waren versierd met de hoofden van de Vier Zonen van Horus, die elk een bepaald orgaan beschermden :
    Qebehsenuef, de valkenkop voor de ingewanden
    Duamutef, de jakhalskop voor de maag
    Hapi, de bavianenkop voor de longen
    Imseti, het menselijk hoofd voor de lever

De mooiste canopen zijn : De canopen van Toetanchamon - vorig deel

  • het hart bleef in het lichaam zitten. Dat was nodig omdat het hart zou gewogen worden in het hiernamaals. De ceremonie van het wegen van het hart was de laatste etappe van de reis naar het volgende leven. Een jury van goden zat de ceremonie voor, waarbij werd besloten of de overledene het eeuwig leven verdiende. De jakhalsgod Anoebis woog het hart tegen de veer der waarheid. Als het hart te zwaar was, werd het aan het monster Ammoet gegeven, die het verslond. Bij evenwicht leefde de dode voor eeuwig.
  • de hersenen werden via de neus verwijderd met lange haken. Aangezien de Egyptenaren de hersenen onbelangrijk vonden, werden ze waarschijnlijk weggegooid.
  • daarna werd het lichaam helemaal bedekt met natron, ook alle lichaamsholten werden ermee volgepropt. De natron onttrok alle lichaamsvocht en het lichaam droogde meer en meer uit. Dit duurde ongeveer 40 dagen en er kwam een verschrompeld, uitgedroogd lichaam tevoorschijn.
  • na nog een schoonmaak, werd het lichaam ingesmeerd met middeltjes die de huid hielpen conserveren. Het lichaam (ook het hoofd) werd daarna opgevuld met linnen en zaagsel of stro.
  • tot slot werd het lichaam in smalle linnenstroken gewikkeld die in hars waren gedrenkt. Vingers en tenen werden bedekt met beschermende gouden kapjes en apart ingewikkeld met lange, smalle repen linnen. Armen en benen werden ook ingewikkeld, vervolgens werd het gehele lichaam gewikkeld in ongeveer 20 lagen lagen linnen. De balsemers gebruikten hars om de lagen linnen aan elkaar te lijmen.
  • het ingewikkelde hoofd werd bedekt met een mummiemasker. Op de mummie werd een masker geplaatst om de dode te helpen en het lichaam te herkennen. Niet iedereen had een dodenmasker van goud zoals Toetanchamon. Er waren ook gewone beschilderde maskers van cartonnage (een soort papier-maché) als geïdealiseerde portretten van de dode.
  • dan ging de laatste laag linnen om de mummie heen en werd een laatste laag hars aangebracht. De mummie was klaar om begraven te worden en werd in een of meer  beschilderde houten sarcofaag(en) gelegd.

Voor het lichaam begraven werd, werd het vaak nog versierd met sieraden en werden er zaden of vruchten meegegeven, vaak tussen het linnen.

De canopen met de gebalsemde organen werden naast de kist in het graf werd geplaatst.

Een Egyptische sarcofaag met daarin een intacte mummie lag er blijkbaar al meer dan vijftig jaar onaangeroerd bij.

 

De begrafenis

Na de mummificatie kon de begrafenisceremonie beginnen. Deze begon met de 'mondopeningsceremonie'. Het ‘openen van de mond’ was een belangrijk ritueel waarmee de mummie tot leven werd gewekt zodat deze voedsel tot zich kon nemen. Er was ook het geloof dat dit de zintuigen weer zou activeren, zodat de overledene in het hiernamaals kon functioneren.

De dodendienst werd opgedragen door de oudste zoon of de priesters in dienst van de dode. De priesters en familieleden brandden wierook, zeiden gebeden en offerden voedsel aan het beeld van de dode. Deze ceremoniën moesten de dode beschermen, zorgen voor een geslaagde reis naar het hiernamaals en hem onderweg in leven houden. Ter verdere bescherming werden rituele afbeeldingen en teksten bij de mummie gelegd of in de tombe aangebracht. Ook meegegeven accessoires waren amuletten (brachten geluk) , sjabhtibeeldjes (om in het hiernamaals werk te verrichten ten behoeve van de dode), een modelboot (symbool van de reis naar Abydos, woning van Osiris, god van de onderwereld).

 

canoben en sjabhtibeeldjes

Tenslotte werd de dode begraven in een rotsgraf, een piramide of mastaba.

 

voorbeeld van een mastaba

 

De mummiezalen

Uit respect voor de overledenen worden hier geen rondleidingen gegeven en het enige geluid komt van de opzichter die zo nu en dan tot stilte aanmaant.

Ahmoses (1549 - 1524 v.Chr.) - stichter van de 18de dynastie

Ahmoses Nefertari, de vrouw van Ahmoses.

Seti I, de vader van Ramses II (1269 - 1229 v.Chr.)

Seti I, de vader van Ramses II (1269 - 1229 v.Chr.)

En opeens stonden we oog in oog met de goed geconserveerde mummies van de farao’s, zoals die van Ramses II. Het is toch wel bijzonder om letterlijk de man te zien die verantwoordelijk is geweest voor zoveel van de prachtige tempels die we bezocht hadden.

In 1977 werd de, door schimmels aangevreten, mummie van Ramses II naar Frankrijk gebracht voor een opknapbeurt in het antropologisch museum. Het huidweefsel was op verscheidene plaatsen gescheurd, maar het skelet bleek in goede staat.

Tiye, de vrouw van Amenhotep II (1424 - 1398)

 

Ramses III is een van de best bewaarde koninklijke mummies.

 

Koningin Hatsjepsoet

Amenhotep II

 

Alle mummies liggen in afgesloten vitrines met klimaatbeheersing en de meeste liggen er zeer vredig bij.

Er is voor de mummiezalen een extra ticket nodig en het is nogal prijzig, maar het loont de moeite om oog in oog te staan met enkele beroemde farao’s, zoals Thoetmosis II, Set I en de prachtige Ramses II.

En toch .. het is wel wat morbide en het doet me denken aan grafschennis. Deze lichamelijke overschotten zijn 4000 jaar met rust gelaten in hun fraaie kisten.

En nu zijn ze overgeleverd aan de dagelijkse nieuwsgierigheid van duizenden bezoekers.

 

Dierenmumies

De Egyptenaren geloofden dat alle levende wezens een goddelijke kern bezaten en daarom gerespecteerd diende te worden. Dieren, die attributen gemeen hadden met de goden die zij symboliseerden, werden vereerd als vertegenwoordigers van de goden op aarde en na hun dood gemummificeerd. In de Late Tijd (672-332 v.Ch.) werden allerlei soorten dieren gemummificeerd en begraven in catacomben, van miljoenen ibissen, katten en honden tot stieren en leeuwen, slangen en krokodillen.

mummie van een krokodil

mummie van een kat

mummie van een hond

 

Was (is) mummificatie voor iedereen en wordt het nu nog gedaan?

Omdat mummificatie een kostbaar proces was, werd in dit Oude Rijk alleen toegepast op de farao en zijn directe omgeving: familie en hooggeplaatste personen aan het hof. Naarmate de macht van de farao’s begon af te nemen en het Oude Rijk ten einde kwam, namen plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders koninklijke gebruiken over en raakte mummificatie steeds meer verspreid onder de bevolking, tot aan eenvoudige ambachtslieden aan toe. Natuurlijk waren er verschillen in kwaliteit en uitvoering : het mummificatieproces werd eenvoudiger naarmate er minder geld was.
Dit is tot het einde van de toepassing van mummificatie zo gebleven. De enige die zich echt geen mummificatie konden veroorloven waren de armste boeren. Zij werden ongemummificeerd in een eenvoudig graf in het zand gelegd. Maar omdat het zoutgehalte van het zand vrij hoog was en dus een sterk uitdrogende werking had, zie je soms dat ook deze stoffelijk overschotten redelijk bewaard zijn gebleven.

Nu kan mummificatie niet meer toegepast worden, behalve bij het koninklijk huis of als je je lichaam ter beschikking stelt voor de wetenschap.

Normaal mag , bij het “gewone” volk het lichaam niet langer dan 10 dagen conserveren. Hierdoor kan balsememen niet meer, behalve als men op zee of in het buitenland overlijdt en lang onder weg zal zijn. Het gebeurt dan meestal via een lichte vorm van balseming. Het bloed wordt vervangen door een vloeistof. Het lijk voelt dan ook niet zo klam en koud aan tijdens de opbaring.

 

Grand Egyptian Museum

Deskundigen denken dat driekwart van alle Egyptische pronkstukken nog verborgen ligt onder het warme woestijnzand. Een uitbreiding van het Egyptisch museum in de toekomst, is dus niet uitgesloten! Er liggen in het huidige museum ook nog heel wat wonderschone voorwerpen in de kelder, die nu als een stoffig rommelhok wordt afgedaan. Deze voorwerpen moeten nog een plaats krijgen. Daarnaast is er ook een deel van schatten die moeten gerestaureerd worden om onder nog betere omstandigheden te worden tentoongesteld.

Vandaar de bouw van een nieuwe museum. Dit gebouw, bij de piramides van Gizeh, heeft een oppervlakte van 50 ha. Volgens de huidige planning zou het de poorten openen in 2015.

De collectie binnen het museum zal verdeeld worden in vier grote ruimte die per thema geordend staan.

  • deel over de fysieke gesteldheid van Egypte en de Nijl
  • deel over het dagelijkse leven
  • deel over de staat en de farao
  • deel over de Amarna-kunst.

Het Grand Egyptian Museum zal het Egyptisch Museum van Caïro niet vervangen, maar er zal wel een en ander verhuizen naar het nieuwe museum verhuizen, bv de collectie van Toetanchamon.

Het zal uiteraard voor de grote toeristenbussen veel praktischer parkeren zijn dan bij het museum op het Trahir-plein. De façade van het nieuwe museum zal gemaakt zijn uit lichtdoorlatend albaster en veel moderner ogen.

Ik zelf hou van het ‘oude gebouw’. Het heeft echt veel sfeer en hoge zalen waar ik als het ware aan alle kanten de geschiedenis en zelfs mummies om me heen voelde.

 

Wil je een filmpje zien van de mummificatie?

Of wil je zelf meer ontdekken hierover kijk dan op :

http://www.egypte-info-site.nl/mummies.html

http://www.touregypt.net

 

Op het eind van ons bezoek aan het Egyptisch museum kopen we kaarten. Het zal het fotograferen niet vervangen, maar het blijven mooie souvenirs.

 

Volgend deel : Caïro, dodenstad en de piramides van Dahsur 

 

Alle foto's (behalve die van de kaarten) werden genomen via google.

Een deel komt uit de vertellingen die Tari (onze gidse) deed. Andere bronnen zijn :

-  het boek : 'De Rough Guide - Egypte'  van Dan Richardson en Daniel Jacobs

-  het boek : 'De Nieuwe Dominicus - Egypte' van Karel Innemée

- het boek : 'Nelles gids - Egypte' van Eva Ambros

- trotter Egypte - Lannoo