Ons bezoek aan Troyes

 

Troyes ligt ongeveer 130 km ten zuiden van Reims en toch is het nog steeds de Champagne.  Troyes ligt niet op de ‘Route Touristique du Champagne’, maar je mag het niet missen. Hier is het rustiger dan op de noordelijke champagneroutes. Hier worden de chardonnaydruiven gekweekt en dit is de streek van de Blanc de Blancs, een frisse champagne van uitsluitend witte druiven.

Men leest soms Troyes, de stad met duizenden kleuren. Dat is terecht, het is een leuk stadje, mooi en gezellig. Er is voor elk wat wils : nergens staan de vakwerkhuizen zo schots en scheef, wandel mee door smalle straatjes, bezoek een of meer van de 10 kerken, sta even stil bij de mooie gebouwen of … ga gezellig shoppen. Nergens zijn er zo veel outlet winkels als in Troyes. kortom er zijn superlatieven te weinig om deze stad voor te stellen.

Wij hadden pech, tijdens ons tweedaags bezoek hadden we heel veel regen.

 

Een beetje geschiedenis

Troye is gebouwd op de plaats van een Gallische burcht en werd in de 3de eeuw gekerstend. De beroemde bisschop was de H. Lupus: hij bleef 53 jaar aan de macht. In 451 vielen de Hunnen onder aanvoering van Attilla Gallië binnen en richtten onderweg verwoestingen aan.  Reims werd in brand gestoken en vervolgens naderde de vijand Troyes. De H. Lupus zocht Atilla op in zijn legerkamp en bood zichzelf aan als ruil voor de veiligheid van zijn bisdom! Attilla was zo onder de indruk dat hij erin toestemde Troyes te sparen.

Tot in de 10de eeuw werd Troyes bestuurd door de bisschoppen. Daarna kwam de stad in handen van de graven van Champagne, van wie sommigen de stad verfraaiden en verrijkten. Een van hen was Hendrik I die 13 kerken en 13 ziekenhuizen liet bouwen - waaronder het Hôtel-Dieu – en de stad verder liet uitbreiden. Hieraan dankte hij de bijnaam ‘de vrijgevige’.

In 1284 trouwt Jeanne, de laatste erfgename van de graven van Champagne, met de Franse koning Filips de Schone. De provincie is haar huwelijksgeschenk.

Het vernederende verdrag van Troyes :

Tijdens de strijd van de Bourgondiërs tegen de Armagnacs, speelt Isabella van Beieren - de echtgenote van Karel VI – in de kaart van de Bourgondiërs en de Engelsen. Ze verlaat Parijs, dat de zijde van de Armagnacs heeft gekozen en maakt van Troyes haar nieuwe hoofdstad. Op 21 mei 1420 ondertekent Isabella het Verdrag van Troyes dat de Franse troonopvolger onterft en Frankrijk overlevert aan de veroveraars. Het pact wordt bezegeld met het huwelijk tussen Catharina van Frankrijk en Hendrik V van Engeland, die tot regent wordt benoemd in afwachting van zijn troonsbestijging na de dood van Karel VI. Troyes wordt bezet door Bourgondische en Engelse troepen en pas in 1429 door Jeanne d’Arc bevrijd.

Al in de 13de eeuw waren er veel ateliers in Troye gevestigd, maar pas vanaf de renaissancekende de kunst een echte bloeiperiode. De lokale kunstenaars onderscheidden zich door een geheel eigen stijl : ze lieten zich niet in met de Italiaanse invloeden die Frankrijk overspoelden, maar hielden zich aan de grote middeleeuwse tradities. De kunst van Troyes beïnvloedde de gehele Champagne en zelfs het naburige Bourgondië.

De vele glas-in-loodramen in de kerken van Troyes zijn tussen de 14de en de 17de eeuw in de stad vervaardigd. De glasschilders Jean Soudain en Linard Gontier leverden prachtig werk.

‘De stad van de katoenen mutsen’ .. dat was de bijnaam van Troyes tot de hoofddeksels uit het straatbeeld verdwenen. Het oude ambacht gaat terug tot 1505, toen in Troyes de eerste bonnetterieën, kleine bedrijfjes waar mutsen en kousen met de hand werden gebreid, in opkomst  waren. In 1745 kregen arme kinderen onderdak in het gasthuis Hôpital de la Trinité (huidige Hôtel du Mauroy) en ze leerden er kousen en mutsen breien. Dankzij de plaatselijke bouwers van weefgetouwen ontwikkelde zich deze nijverheidstak zich verder in de 19de eeuw.  Ook nu nog is de bonnetterie de belangrijkste industriesector van Troyes.

Troyes was ooit de belangrijkste stad van de champagne, dankzij glasblaaskunst en katoen. Na een brand in 1524 werd de stad heropgebouwd.

 

Op stap nu door die mooie stad.

Het centrum van Troyes heeft de vorm van een champagnekurk, een speling van het lot waar deze stad graag naar wijst. Bovenaan de kroon van de kurk, stroomt de Seine. In de middeleeuwen bestond Troyes uit twee zeer verschillende wijken, namelijk de Cité in de hoed van de kurk, het aristocratische en geestelijke centrum rond de kathedraal. De Bourg was in de steel van de kurk’, waar kooplieden en burgers woonden en de jaarmarkten werden gehouden.

foto genomen via http://www.zoover.nl

 

Wij vertrekken vanuit het hotel, richting centrum en de eerste foto die genomen wordt is van dit monument,  opgericht ter ere van de gesneuvelde soldaten en officieren van de oorlog in 1870.

We wandelen verder … de eerste km is wat saai maar dat slaat snel over in bewondering.

We zien we de eerste vakwerkhuizen en aan de rechterzijde staat een kerk. Deze kerk staat niet op een plein maar gewoon in de straat.

Église Sainte-Madeleine

Dit is de oudste kerk van Troyes  - uit het midden van de 12de eeuw, maar in de 16de eeuw ingrijpend verbouwd. Het doksaal boven het koor dateert van bij de renovatie in het begin van de 16de eeuw.

Het doksaal is dan ook verbijsterend mooi. Het is net een kantwerkstukje in steen.

Boven het doksaal loopt een, met Franse lelies versierde balustrade.

Aan de zijde van het koor voert een met grotesken en koolbladen versierde trap naar de galerij.

Uit diezelfde periode dateren de glasramen waarvoor Troyes zo bekend is (zoals bv. het leven van Lodewijk de Heilige (1507) – de Schepping (1500) – het leven van Maria Magdalena (1506) – het Lijdensverhaal ( 1494)  .. en veel andere

mijn zelfgenomen foto's van de ramen zijn van heel slechte kwaliteit :

deze foto's nam ik via http://www.patrimoine-histoire.fr

Naast de kerk valt een poortje met mooie versiering op … hier willen we meer van weten.

Jardin des Innocents

Dit poortje leidt naar een middeleeuwse tuin, de Jardin des Innocents. Het is een rustige en groene oase vol religieuze symbolen. Deze tuin werd in 2008 aangeplant en opengesteld voor het publiek. Vroeger had deze tuin een andere functie, het was een begraafplaats voor doodgeboren kinderen. Vandaar ook de naam ‘innocents’.

Eenmaal terug in de straten worden we overrompeld door de vakwerkhuizen.

Alhoewel de complete stad platgebrand is in 1524 werden de vakwerkhuizen allemaal exact opgetrokken zoals ervoor. Geleidelijk aan werden ze allemaal gerestaureerd en verkeren nu in een goede staat. De ouderdom van deze huizen is dikwijls te merken aan het feit dat ze scheef staan en overhellen. Het mag soms een wonder heten dat ze niet instorten maar de restauraties werden grondig uitgevoerd.

We komen in de Rue Champeaux, een van de hoofdstraten van historisch Troyes. Overal waar we kijken zien we de huizen vol historisch vakwerk.

Le ‘Maison du Boulanger’ is in vergelijking met de andere vakwerkhuizen niet spectaculair maar toch heeft de restauratie ervan het aanzien van de stad ingrijpend gewijzigd. Tot voor de jaren ’60 was er weinig interesse voor die in verval geraakte vakwerkhuizen. Toen het Maison du Boulanger werd gerestaureerd beseften de inwoners de waarde van hun cultureel erfgoed en begonnen meteen de handen uit de mouwen te steken. Het Maison du Boulanger is nu ‘Le Centre Culturel Thibaud-de-Champagne’ - een cultureel centrum waar tijdelijke tentoonstellingen en optredens plaatsvinden.

Aan de overkant is een torentje. Ik dacht dat het een fantasietje was, maar de ‘Tourelle de l’Orfèvre’ is een trap. Zo konden de inwoners heel wat ruimte winnen en vermeden ze te hoge belastingen, die in die tijd immers werden berekend op de omvang van de bebouwde oppervlakte.

Het torentje is genoemd naar de eerste eigenaar, een goudsmid. Het is gedeeltelijk bedekt met leistenen in een ruitpatroon.

Ook dit huis dateert uit de 16de eeuw en werd geklasseerd.

Wat een contrast met de oude gebouwen is het mooie Hôtel Juvénal-des-Ursins.

Dit herenhuis in renaissancestijl behoorde tot aan een textielfamilie, de Juvénal's. Je merkt meteen dat dit gebouw van een rijke familie was. De rijken herbouwden namelijk hun vernielde huizen volledig in steen terwijl de armere handelaars vakwerkhuizen bouwden.

Deze familie had ook banden in zowel het rechterlijk als kerkelijk bestuur. Zo was Jean Juvénal aartsbisschop in Reims en was hij de dreefveer achter de herziening van het proces van Jeanne d’Arc. Het gebouw dateert van na de brand in 1524.

Dit was nog maar een ‘kleine’ greep uit ons bezoek aan Troyes.

 

Volgend deel : Verder wandelen in Troyes

 

P.S. Het stukje geschiedenis is een samenvatting van een tekst uit : 'De Groene Gids - Michelin'