Weekendje Compiègne en Reims
Naar jaarlijkse gewoonte gaan we ook dit jaar naar de champagnestreek, Frankrijk. Al sinds 2006 bezoeken we Reims en zijn omgeving. We rijden graag door het landschap vol wijngaarden. Als we in september/oktober gaan, zien we hoe volle druiventrossen, gerijpt door de zon, wachten tot ze geplukt worden. Naar hier komen als de druivenpluk volop bezig is, loont zeker ook de moeite. En zelfs, als de struiken kaal en winterklaar staan, kunnen we genieten van de weidsheid van de natuur.
Die eerste keer (in 2016) bezochten we enkele grote champagnehuizen, maar we gingen vooral op zoek naar de kleine champagneboeren met hun sterk verhaal en passie voor hun product. In het kleine dorpje Chigny-les-Roses leerden we de familie Griffon (kleinschalige champagneboer van vader op zoon) kennen. Het voelde meteen goed aan, het hartelijke welkom en de leuke gesprekken waren genoeg om banden te smeden. Er is ondertussen een mooie vriendschap ontstaan, elk jaar komen we op bezoek en kopen champagne. We leerden al veel over de streek, de kleine boeren en het productieproces (waarvan wij al getuigen mochten zijn).
Ook dit jaar kunnen we het niet laten om langs de velden te rijden en te kijken of er nog wat overgebleven trosjes wachten om geproefd te worden. En ja, ze smaken heel lekker, de nog mooie druiven zijn zoet. Door de vele uren zonneschijn wordt 2018 een goed wijnjaar.
2018 is het 13de jaar dat we samen met onze Franse vrienden genieten, een glaasje drinken, lachen, veel te vertellen hebben en vaak samen gaan eten. Ondertussen zijn al veel verhalen over kinderen en kleinkinderen de revue gepasseerd.
Maar dit jaar vertrekken we een dagje vroeger. We stippelen ons weekend anders uit: vooraleer we naar Chigny-les-Roses rijden bezoeken we Compiègne, waar we één overnachting hebben geboekt. Informatie en verhalen van kennissen maakten ons warm om deze mooie en interessante stad te bezoeken. Compiègne is de stad waar Jeanne d’Arc in 1430 door de Bourgondiërs gevangen werd genomen. Het is ook de stad waar de luisterrijke recepties in het keizerrijk van Napoleon III plaatsvonden. Wie graag dat verleden herbeleeft, kan het kasteel bezoeken. Het werd ontworpen als zomerverblijf voor Lodewijk XV. En in hier, in het beroemde woud, staat de treinwagon waar op 11 november. 1918 de wapenstilstand werd ondertekend.
Het wordt echt teveel om alles in één dag te bezoeken. We wandelen in het compacte centrum van Compiègne. Het eerste wat we zien is het stadhuis, verscholen achter de kraampjes van de kerstmarkt, op het centrale stadsplein.
Het 16de eeuwse Hôtel de Ville heeft een gotische gevel en een opvallende klokkentoren.
Dit laatgotische stadhuis werd gebouwd onder Lodewijk XII en in de 19de eeuw gerestaureerd.
Het ruiterstandbeeld dat centraal in de gevel staat is van Lodewijk XII. Aan weerszijden ervan zijn de H. Dionysius, Lodewijk IX, Karel de Kale, Jeanne d’Arc, kardinaal Pierre d’Ailly (geboren in Compiègne) en Karel de Grote te zien. In het belfort met twee verdiepingen hangt de Bancloque, een klok van 1303.
Onder de leistenen spits met vier torentjes geven de Picantins de tijd aan. De eerste Picantins werden in 1530 geïnstalleerd in het belfort van het stadhuis. Vanaf die tijd wordt aangenomen dat ze al de Engelsen, Vlamingen en Duitsers personifiëren die zo vaak in de regio zijn binnengedrongen en dus veroordeeld zijn om de uren te 'steken' tot het einde der tijden.
Elk kwartier wordt de klok geluid door de drie Picantins.
Bij het stadhuis is het Musée de la Figurine historique. Dit museum bevat 100.000 beeldjes van tin, lood, hout, plastic en karton. Aan de hand van diorama’s worden defilés, veldslagen en taferelen uitgebeeld. Ze geven een overzicht van de evolutie van de klederdracht. Vele historische feiten komen aan bod, waarbij de nadruk ligt op die waarin Compiègne een rol speelde: Jeanne d’Arc, de koninklijke jachtpartijen, het Franse leger dat defileert voor de Russische tsaar en president Émile Loubet (de parade van de Franse troepen in Bétheny, 1901, goed voor 12.000 stuks). Je ziet er ook de Slag bij Waterloo (Napoleon) en de oorlog van 1914-1918.
We komen voorbij de vroegere Abbaye Saint-Corneille. Deze abdij werd gesticht door Karel de Kale en in de 9de en 10de eeuw werden hier vier koningen gewijd. Rechts wordt de kloostergang gerestaureerd; die zou binnenkort weer toegankelijk moeten zijn voor het publiek.
De Tour de Beauregard dateert van de 12de eeuw. Jeanne d’Arc is van hieruit vertrokken voordat ze gevangen werd genomen door de Bourgondiërs en overgeleverd aan de Engelsen. De toren is nog steeds imposant en getuigt van de fatale uitval van Jeanne d’Arc via de pont Saint-Louis op 23mei 1430. Hier sprak ze de beroemde zin: "Omdat God die van Compiègne zal helpen, wil ik hier zijn.”
Vijfde gedeelte uit het boek : Jeanne d'Arc. De maagd van Orleans
De 15de eeuwse toren van de Eglise St.-Jacques is de hoogste van de stad. Het koor uit de 13de eeuw is het meest indrukwekkende gedeelte van deze kerk. Ooit was dit de parochiekerk van de koning en het hof.
In de 18de eeuw werd het koor met marmer bekleed en de pijlers van het schip onderaan met houtwerk versierd.
In de linkerbeuk staat een immens vereerd Mariabeeld met zilveren voeten (13de eeuw), in de kapel van de linkerzijbeuk beelden van polychroom hout (15de eeuw). Deze kerk is van oudsher een halte aan de pelgrimsweg naar Santiago de Compostela.
De herfstzon doet haar uiterste best en lonkt ons voor een wandeling, richting paleis.
In het park voor het paleis liet Napoleon voor zijn bruid Marie-Louise een prieel aanleggen van meer dan een kilometer lengte. Door de aanleg van de 'Avenue des Beaux-Monts' liet hij dit park aansluiten bij het grote bos van Compiègne, met voornamelijk eiken en beuken.
We zijn onder de indruk als we aan het keizerlijk paleis komen. Het staat er trots maar sober en massief.
Het paleis beslaat een enorme driehoek van meer dan twee hectare en is aan de buitenkant streng klassiek. Het interieur van de historische woonvertrekken (verzameling wandtapijten, meubilair uit de 18de eeuw en het eerste Keizerrijk) verdient een uitgebreid bezoek. Wij zullen dit bij een volgende trip naar Compiègne zeker bezichtigen. Volgende foto heb ik kunnen nemen door het venster.
De marmeren beelden die in de tuin staan, zijn afgedekt tegen de komende winter, vorst en eventueel slechte weersomstandigheden.
Het park is zó groot, wij gaan wandelen, maar kunnen slechts een klein stukje van dit mooie park zien op deze namiddag. Ik geef je toch enkele sfeerbeelden ..
De bessen en zaaddoosjes brengen kleur in deze 'op zijn eind lopende' herfst.
Bij het verlaten van dit immense park spreken we de stille hoop uit om hier volgend jaar terug te keren, misschien in de lente.
In de mooie huizen, waaronder het 15de-eeuwse vakwerkpand Vieille Cassine, woonden de burgemeesters, die de binnenschepen moesten loodsen.
We beseffen nogmaals dat één dag te weinig is om Compiègne te zien. We zagen geen kasteel van Lodewijk XV (Chateau Pierrefonds), geen beroemd woud met de treinwagon en het museum, onvoldoende tijd voor het paleis en het immense park, een wandeling langs de Oise ... en nog veel meer ...
DUS, een grote reden om volgend jaar terug te keren maar dan voor meer dan één dag.
Morgen rijden we richting Reims, we worden immers verwacht bij de familie Griffon .