De Elzas
In 2012 maakten wij een reisje door de Elzas, een mooi stukje Frankrijk.
Waarom gaan we zo graag naar Frankrijk?
Voor de natuur, de bergen, de cultuur, de steden en natuurlijk voor het culinaire!
In het noordoosten van Frankrijk is dit allemaal te vinden en het is voor ons ook niet zó ver weg. In het noordoosten zijn er drie regio’s:
- Lorraine (Lotharingen)
- Alsace (Elzas)
- Franche-Comté (bij ons bekend als Jura) zijn pas laat Frans geworden.
Ze hebben daardoor een heel eigen cultuur en architectuur en soms ook een eigen taal. Wat de kwaliteit van eten en drinken betreft, zijn ze een bezoek meer dan waard.
Ik denk aan de beroemde Elzaswijnen, de aparte Jurawijnen en het bronwater van Vittel en Contrexéville.
Wijnroutes (de Route des Vins d’Alsace en de Route des Vins du Jura) maken het gemakkelijk om de beste wijnkelders, fraaiste landschappen met eindeloze wijngaarden en leukste wijnstadjes te ontdekken.
Qua natuur springen de bergen van de Vogezen en de Jura eruit. Het gaat hier om een middelgebergte. Dat is minder spectaculair dan hooggebergte, maar het heeft het enorme voordeel dat je relatief gemakkelijk overal kunt komen en dat de bewoonde wereld nooit heel erg ver weg is. ’s Winters wordt er druk gelanglauft en geskied.
De grote steden liggen vooral in de vlakte van de Elzas (Straatsburg, Colmar, Mulhouse), de vallei van de moezel (Metz en Nancy), de vallei van de Doubs en in het verlengde daarvan de Trouée de Belfort (Belfort, Montbéliard en Besançon).
De steden zijn het ganse jaar door een interessante bestemming en de vele pittoreske dorpjes lokken uiteraard ook veel toeristen!
Wij zijn op vakantie in één van die drie regio’s, nl. de Elzas. Het is een vakantie vol mooie herinneringen.
De Elzas
De kleinste regio van Frankrijk strekt zich vooral van noord naar zuid uit, over een lengte van 200 km en van west naar oost over ruim 45 km. Het grenst aan de Duitse Rijn en het Schwarzwald (Zwarte Woud) en in het zuiden aan Zwitserland. Het gebied bestaat uit twee departementen : Bas-Rhin met de hoofdstad Straatsburg in het noorden en Haut-Rhin met de hoofdstad Colmar in het zuiden.
Dit grensgebied tussen Frankrijk en Duitsland heeft in de loop van de geschiedenis ernstige geleden onder oorlogen, nationaal chauvinisme en onderdrukking. Daarvan getuigen :
- de slagvelden van 1870-1871 in het noorden
- die van de eerste wereldoorlog langs de Route des Crêtes
- de vestingen van Vauban
- de Maginotlinie
- het monument voor concentratiekamp Struthof.
De Elzas is een eigen stukje Frankrijk en dat vinden de Elzassers zelf ook. Ze noemen de andere Fransen zelfs de ‘binnenlandse Fransen’ (les Français de l’interieur). Als bezoeker zie je ook meteen dat je in een ander soort Frankrijk bent. Plaatsen, huizen en mensen hebben Duitse (familie)namen.
De huizen zien er tiptop uit, gevels hangen vol met bloembakken en de streek is heel welvarend. Het mooiste zijn de dorpjes aan de voet van de Vogezen: fraaie vakwerkhuizen met op de achtergrond de wijnhellingen.
Die vakwerkhuizen geven de centra van veel Elzasser dorpen en steden een karakteristiek uiterlijk. De mooiste voorbeelden zijn te vinden in ‘la Petite France’ in Straatsburg, ‘La Petite Venise’ in Colmar, Turckheim en nog veel andere waarover ik in volgende delen zal vertellen.
De nog bestaande vakwerkhuizen in de Elzas zijn gebouwd tussen de 13de en de 19de eeuw. Vaak heeft het huis een oude kern, waaraan later nieuwe verdiepingen en andere uitbreidingen werden toegevoegd. De hoge middeleeuwse vakwerkhuizen in de steden hebben vaak uitkragende verdiepingen, zodat hun voorgevels en daken een eindje over de straat uithangen. Veel vakwerkhuizen zijn geschilderd in felle kleuren en zijn voorzien van spitse dakkappen, hoektorentjes en erkers.
De smalle, kronkelende straatjes en speelse pleinen geven de Elzasser dorps- en stadscentra een gezellige sfeer.
Het toerisme is een belangrijke bron van inkomsten van veel dorpen en steden. De wijnbouw is hier een heel bloeiende bedrijfstak. De 'Route des Vins d’Alsace' loopt door en langs vele prestigieuze wijngebieden, vooral tussen Sélestat en Colmar.
Het droge en warme (micro-klimaat) in de vallei van de Elzas en de kalkrijke uitlopers van de Vogezen vormen de voedingsbodem voor zeven druivensoorten.
Dat zijn : pinot blanc, pinot gris, muscat, riesling,sylvaner en gewurztraminer – de enige rode wijn komt hier van de pinot noir.
Ik neem jullie in één van de volgende delen mee langs de wijnroute.
Een andere alcoholische drank die veel geld in het laatje brengt is bier. De helft van het Franse bier wordt gebrouwen in Straatburg en omgeving: met merken als Schutzenberger, Kanterbräu, Kronenbourg, 1664 maar ook Heineken.
Stel je voor:
Je wordt wakker …de kerkklok slaat acht keer, de dorpsfontein op het plein klatert en op de achtergrond kraaien de hanen. Na een stevig ontbijt met kaas, ham, dampende broodjes en huisgemaakte marmelade trek je de wandelschoenen aan en loop je langs smalle straatjes met kleurige vakwerkhuizen, langs boomgaarden, weiden vol bloemen en wijngaarden naar het bos op de hellingen.
Rond het middaguur zit je geleund tegen een door de zon verwarmde zandstenen muur in een burcht en maak je de ‘al uren stinkende’ Munsterkaas uit je knapzak soldaat. Later in de middag zoek je de cultuur op, bekijk je een stadje en geniet je op een tweeduizend oude binnenhof van een fris glaasje wijn …
Heb je er ook zin in … ga dan een stukje met ons mee in de volgende delen van onze uitstap naar de Elzas