Een reis door de tijd ... in Arnhem
In het Nederlands openluchtmuseum komt geschiedenis tot leven.
Het Nederlands openluchtmuseum behoort tot de drukst bezocht musea van Nederland. Het werd opgericht in 1912 als laatste wijkplaats voor karakteristieke gebouwen waarvoor in het echte landschap geen plaats meer was.
Het is nog steeds dé plek om een plaggenhut te bekijken of een 'los hoes'. Een stenen stellingmolen uit Delft, een T-boerderij die in de Tachtigjarige Oorlog verrees aan de Waal, een koopmanshuis uit 1686 uit Zaandam en zo nog tientallen gebouwen.
In een papiermolen wordt papier geschept, een stoomzuivelfabriek fabriceert nog boter en in een boerderij worden nog zandpatronen op de vloer gestrooid, zoals ze vroeger deden om het woongedeelte zondags mooi te maken.
Het museum is ettelijke hectares groot, dat vraagt om wat wandelwerk, maar er rijden ook antieke trams. Een (lucht)reis door het verleden maak je vanuit een bewegende stoel in HollandRama, een bijzondere panoramazaal in het souterrain van het entreegebouw.
Ga met ons mee voor een reis door de tijd – van 2 eeuwen geleden tot heel recent.
Voor jong en oud is het museumpark indrukwekkend en onvergetelijk. Beleef er samen met ons de momenten van herkenning en verbazing.
Elke tijd, elke streek en elke bevolkingsgroep heeft zijn gewoontes en gebruiken.
Aan de hand van foto’s met een weinig uitleg beleven we het weer. Lente, zomer, herfst, winter … vroeger bepaalden de seizoenen het ritme van leven en werk.
We starten onze wandeling bij de kleine boerderij. Dit los hoes uit Harreveld (Gelderland) is een typisch voorbeeld van een boerderij waar het boerengezin in één ruimte leefde met het vee. De keuze voor blauw had een praktische reden : blauw zou vliegen weghouden. De inrichting geeft een beeld van wonen en werken, begin 20ste eeuw. De bewoners leefden van veeteelt en landbouw, maar hielden in de wintermaanden het hoofd boven water met huisindustrie zoals weven.
Boeren met een klein boerenbedrijfje zochten naar extra inkomsten om het hoofd boven water te houden. Met een radmakerij aan huis lukte het in de wintermaanden iets bij te verdienen.
Radmakerij, 't Woold - Gelderland
Ros-oliemolen, Ziewent (Gelderland)
Het is 1840 als boer Anthony 'Teunis' Krabbenborg en zijn schoonzoon Harmen Harbers, molenaar van beroep, een besluit nemen. In een schuur bij de boerderij van de familie wordt een ros-oliemolen geplaatst; een molen aangedreven op paardenkracht. Al snel laten de boeren uit de omgeving hier hun oliehoudende zaden als koolzaad, raapzaad en lijnzaad uitpersen. Dit levert olie voor verlichting, bakken en braden en verf op, maar ook raapkoeken (= krachtvoer voor het vee, tijdens de wintermaanden).
Volgend deel : We reizen verder door de tijd in Arnhem