Alcazaba, het oudste deel van het Alhambra
Het gebouw met de eerste christelijke banier!
Na het bezoek aan de topattractie van het Alhambra, nl. de Palacios de Nazaríes komen we opnieuw op een plein en lopen langs het Alcazaba.
Deze sobere burcht met enorme vestingmuren en indrukwekkende torens, is het oudste deel van het Alhambra.
Het waren de koningen van het Moorse Rijk die het Alcazaba lieten bouwen op de Sabika-heuvel. Dat was een ideale locatie want de heuvel bevindt zich maar liefst 200 m boven de stad. Van hieruit konden ze de hele omgeving aanschouwen. Vanaf de 13de eeuw werd het de residentie van de heersers.
Ook hier gaan we weer eventjes terug in de tijd. Rik haalt zijn hartje op aan het vastleggen op film en ik neem de foto’s.
Wij bezoeken dit robuuste bouwwerk, alhoewel echt ‘bouwwerk’ kunnen we het niet meer noemen. Het Alcabaza ligt deels in puin.
Het valt, door zijn plompe middeleeuwse uiterlijk, in het niet bij de schoonheid en weelderige decoratie van de andere gebouwen van het Alhambra.
Wij maken de klim naar het meest imposante gedeelte van het Alcazaba, de Torre de la Vela of de wachttoren en hebben een mooi overzicht op het Nasridenpaleis, de Generalife en Palacio Carlos V.
Deze toren is 27 m hoog en van hieruit hebben we een prachtig panorama.
Hier werd geschiedenis geschreven. Op 2 januari 1492 werd op de Torre de la Vela, in het bijzijn van Ferdinand en Isabella (het Katholieke Koningspaar), de eerste christelijke vlag gehesen op de inname van Granada door de Christenen.
De laatste Moorse koning uit de Nasriden dynastie van het koninkrijk Granada was 'Mohammed XII Abu Abdallah. De Spaanse christenen spraken het uit als Mojamed Boabd-la en maakten er zelfs Boabdil van. Zijn moeder was Fátima, maar ook Ayesha genoemd.
De legende vertelt: 'Toen de stad Granada viel verliet Boabdil de stad. Op weg naar zijn ballingsoord in de Alpujarras, zou hij voor de laatste keer hebben omgekeken en in tranen zijn uitgebarsten. De plek waar Boabdil een laatste blik geworpen zou hebben op Granada heet nog steeds ‘El último suspiro del Moro’ (de laatste zucht van de Moor). Vervolgens herinnerde hij zich de woorden van zijn moeder Aisha: “Ween niet als een vrouw voor wat je niet hebt kunnen verdedigen als man”.
Maar de werkelijkheid zou als volgt luiden: ‘Boabdil had een nogal feestelijke reputatie en dat werd hem door zijn moeder kwalijk genomen. Zij zou de beroemde zin uitgesproken hebben tijdens de officiële overhandiging van de stadssleutels aan het Katholieke koningspaar, en dus niet toen Boabdil de stad huilend verliet.’
Meer prettige en minder prettige legendes lees je in het boek van Washington Irving, ‘Tales of the Alhambra’, dat je in Granada zowat in alle wereldtalen kunt aanschaffen. Ook de schrijver Salman Rushdie werd erdoor geïnspireerd en schreef het boek ‘El último suspiro del Moro’.
De bergpas zelf heet ‘El Puerto del Suspiro del Moro’ (De pas van de zucht van de Moor).
Later werd op de Torre de la Vela een opvallende klok geplaatst. Die diende om de stad te waarschuwen voor gevaar maar ook om de irrigatietijden van de Vega te regelen. ‘Vega’ is een oud-Moors woord. Het is de besproeide vruchtbare vlakte (gebied langs de rivier met meestal tuinbouw) – de Moren wisten veel van irrigatie.
Het is ook op deze toren dat ieder jaar de klok wordt geluid ter herinnering aan de overwinning door het Katholieke Koningspaar.
We hebben vanop de Torre, een fantastisch uitzicht over de stad Granada en de omliggende vlakte, met vruchtbare landbouwgronden, aan de ene kant.
Aan de andere kant liggen de heuvels met het Albaicin en de Sacromonte (die wij ook nog zullen bezoeken). en daarachter de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada.
Aan de andere kant van het Alcazaba staan de Torre de Homenaje (Hommagetoren) en de Torre de la Quebrada (gebroken toren). Die beiden meer dan 20 meter hoog zijn, en deden ook dienst als verdediging
Vanaf boven hebben we een ook beter idee van de grootte van het Alcazaba.
De decoratie van de twee andere torens is eenvoudiger en eronder bevinden zich kerkers waar gevangenen hun laatste levensuren doorbrachten. In het centrale gedeelte van het Alcazaba bevond zich het legerkwartier of barrio castrense. Hier verbleven de soldaten in stenen huizen. Op vandaag getuigen enkel nog wat ruïnes van deze vroegere militaire wijk.
We dalen af en gaan in volgend deel naar een derde bezienswaardigheid van het Alhambra : het Generalife: zomerpaleis van de Moorse koningen