Petra, de roze stad in de woestijn
In het zuiden van Jordanië, in een betoverend landschap, tussen bergkloven en rotsen, bevindt zich een stad, die uniek is in de wereld : PETRA, gelegen op 950 m hoogte.
Haar naam betekent "steen", de Griekse vertaling van de Hebreeuwse naam Sela. In de Bijbel wordt Petra aangeduid als de hoofdstad van het rijk van Edom. De Edomieten, een Semitisch volk hadden zich namelijk - rond de 13de eeuw v. Chr. - in deze gebieden gevestigd, tussen de dode Zee en de Golf van Aqaba. Het was een volk dat bekend was om hun wijsheid, schrijfkunst, keramiek, textiel en metaalbewerking. Over deze periode weten we weinig.
Na enige tijd werd dit gebied bezet door de Nabateeërs, een Arabisch nomadenvolk, afkomstig uit Noord Arabië. Zij worden voor het eerst genoemd in het jaar 647 v. Chr., toen de Assyrische koning hen als vijanden beschouwde, maar zij woonden echter nog niet in Petra.
Rond 300 v. Chr. ontstond hun typische karavaanstaat. In het begin waren de Nabateeërs vooral plunderaars van karavanen, maar al heel gauw slaagden zij erin de handel met de aangrenzende streken te controleren. Zij hadden vaste wachtposten opgesteld, hadden de controle over de waterputten en inden tolgeld bij de kruiswegen. Omdat Petra zo strategisch ligt - verscholen tussen de rotsen en langs belangrijke handelsroutes naar de Rode Zee en Middellandse Zee - maken de nieuwe bewoners Petra tot de hoofdstad van Nabataea. Dit was het begin van een grote bloeiperiode. De uitgewisselde goederen waren : dieren, specerijen, wierook, mirre, ijzer, koper, stoffen, suiker, geneesmiddelen, goud en ivoor.
Bovendien werd uit de Dode Zee bitument (asfalt) gewonnen, dat in Egypte werd verkocht, waar het gebruikt werd voor de mummificatie. De Nabateeërs legden ook enorme irrigatie-werken aan met ingenieuze netwerken van kanalen en dijken, zeer geavanceerd voor deze tijd, en deze verzekerden aan het land de waterbevoorrading. Petra ligt in een dal en de siq (de kloof waardoor je de stad bereikt) liep in de winter vaak vol met water. Om dat te voorkomen bouwen de Nabateeërs overal kanalen en dammen. Grote delen daarvan kan je nog zien.
Petra werd de hoofdstad van de Nabateeërs op het punt van haar hoogste bloei. De stad groeide uit met zo'n dertig- of veertigduizend inwoners. De Nabateeërs breiden Petra uit met talloze huizen, tempels, monumenten en graven en gebruiken daarvoor elementen uit de klassieke Griekse bouwkunst en combineren dat met hun eigen traditionele decoraties.
Romeinse strategen probeerden twee maal, eerst in 63 en vervolgens in 25 v. Chr. om het Nabateese gebied te veroveren. De Nabateeërs gaven ook hier de voorkeur aan de onderhandeling boven een militaire vete. Na 106 na Chr. – toen de Romeinen, onder Trajanus – het noorden van het schiereiland opeisden en het zee-verkeer op de Rode Zee verder investeerden, waren de Nabateeërs niet langer in staat hun strategie te handhaven. In de 3de eeuw na Chr. verloren ze het monopolie.
De Romeinen voegen nieuwe gebouwen en monumenten toe en vermengen hun Romeinse bouwstijl met elementen van de Nabateeërs.
In de Byzantijnse tijd werd Petra een metropool. In 365 en 747 werd zij door een zware aardbeving, die grote delen van de stad met de grond gelijk maakt. De inwoners gebruiken de stenen van de ingestorte gebouwen om nieuwe bouwwerken te maken waaronder enkele kerken.
In de 7de eeuw werd Palestina bezet door de Moslims en daarna is haar eens zo sterke commerciële machtspositie volledig in vergetelheid geraakt.
Enkele eeuwen later, rond het jaar 1100, kwamen Kruisvaarders in Petra en bouwden daar een fort. Ze verblijven er tot de 13de eeuw maar dan raakt Petra helemaal in verval. Alleen Bedoeïenen uit de buurt weten nog van het bestaan van Petra en dat blijft eeuwen zo. Zij hielden hun stad met grote zorgzaamheid verborgen.
De verborgen parel
In de zomer van 1812 reisde daar toevallig een westerling, de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt. Hij hoorde de Bedoeïenen spreken (hij beheerst de Arabische taal en heeft zich vermomd als Arabier) over een Rode Stad verscholen tussen de rotsen. De Bedoeïenen houden vreemdelingen angstvallig uit de buurt van Petra omdat ze bang zijn dat die komen zoeken naar verbogen schatten.
Met een list - hij zegt dat hij een offer wil brengen aan Aaron die hier overleden en begraven is – kan hij de Bedoeïenen overtuigen hem Petra te tonen. Hij wordt overrompeld door de schoonheid en grootsheid van zijn ontdekking. Na hem kwamen er anderen, Engelse, Franse en Duitse ontdekkingsreizigers, die ons met hun tekeningen belangrijke gravures hebben nagelaten, die van grote betekenis zijn gebleken voor een grafische reconstructie van de monumenten.
Toch blijft het voorlopig rustig in Petra. In 1839 krijgt de Schotse schilder David Roberts vijf dagen de gelegenheid om schilderijen te maken, maar daarna duurt het nog tot 1929 voordat archeologen aan het werk gaan. Systematisch uitgevoerde opgravingen begonnen, onder leiding van G. en A. Horsfield, met de financiële hulp van het Petra Exploration Fund van Lord Melchett, die, samen met de Jordaanse regering, de opgravingen heeft gefinancierd.
Dat archeologisch onderzoek is nu al ruim een eeuw gaande, maar vermoedelijk is nog maar één procent van Petra blootgelegd.
Sinds 1985 staat Petra op de Werelderfgoedlijst van Unesco en in 2007 werd Petra uitgeroepen tot één van de nieuwe Zeven Wereldwonderen.
In volgende delen gaan we op stap in de stad Petra.
Volgend filmpje geeft alvast een idee van 'Hoe mooi Petra is'.
Foto's zijn genomen via google
Bron van deze geschiedenis komt uit een boek dat ik gekocht heb in Jordanië: "Petra, Art and Legend" van Brigitte Sedlaczek.
Volgend deel : Petra, kunst en legende