Nuwara Eliya (klein Engeland in de heuvels)
We zaten in de trein, richting Nuwara Eliya. Ongeveer halfweg, in het bergstation Nanu Oya stappen we uit en rijden verder met ons busje.
De lange weg, met veel haarspeldbochten loopt door een betoverend berglandschap met nauwe ravijnen, watervallen en theeplantages op de hellingen.
De kruinen van de enorme bomen in het dal verdwijnen onder het wolkentapijt. Nuwara Eliya is vaak gehuld in dikke nevelslierten of motregen.
Het klimaat is hier compleet anders dan in de rest van Sri Lanka. Het is opvallend koeler. 's Nachts slapen wij zelfs onder een donsdeken en de open haard brandt hier wel vaker. Het is wel even wennen als we af en toe warm ingepakte Sri Lankanen, met trui, dikke sjaal en wollen muts zien.
Wat een tegenstelling met de bibberende toeristen die hier aankomen in short, T-shirt en topje.
Na de voorbije dagen en de inspirerende reis, hebben we hooggespannen verwachtingen van Nuwara Eliya, ook wel 'Klein Engeland in de heuvels' genoemd. Het is gemakkelijk om te begrijpen waarom Britse kolonisten hier zo graag verbleven. Na de stoffige hitte van Colombo doen het gezonde klimaat en het adembenemende landschap weldadig aan.
Door de vochtige warmte, de wilde dieren en de vele ziektes was Ceylon voor de Britten iets anders dan een tropisch paradijs. Ze waren dan ook erg dankbaar toen ambtenaar John Davy in 1818 tijdens een jachtpartij op olifanten, met enkele officieren een hooggelegen dal ontdekte, dé perfecte locatie voor een luchtkuuroord in de bergen. Tien jaar later al opende het eerste sanatorium hier zijn deuren. Toen in 1837 de weg was voltooid, ontwikkelde Nuwara Eliya zich tot het populairste vakantie-oord op het eiland.
In 1828 werd Nuwara Eliya het zomerverblijf van Sir Edward Barnes, de gouverneur van Ceylon, die aan de hitte in de lager gelegen gebieden wilde ontsnappen. Nuwara Eliya ligt namelijk op een hoogte van ong. 1890 m waardoor de temperatuur varieert van 14°C - 21°C graden in januari en april en in de overige maanden van 15°C - 18°C. Het kwik kan soms dalen tot aan het vriespunt.
In 1846 bracht de Britse ontdekkingsreiziger Sir Samuel Baker, die bekend is door zijn ontdekking van de bronnen van de Nijl, hier enige tijd door om te herstellen van een malaria-aanval. Hij besloot om er een dorp te stichten. Hij ging efficiënt te werk. Hij zag het potentieel van de vruchtbare bodem en stimuleerde de teelt van Europese groenten. Hij imponeerde ook Hereford-koeien en begon hier een brouwerij, waarvoor hij het verse bronwater uit de omliggende bergen gebruikte. Door de neergang van de koffieteelt in de tweede helft van de 19de eeuw kon Nuwara Eliya opklimmen tot een centrum van de theeproductie. Rondom de stad strekt zich nog altijd een van de belangrijkste thee- en groenteteeltgebieden in het hoogland uit.
In het stadje Nuwara Eliya zijn nog veel Engelse invloeden te zien. Ik denk aan een typische pub, maar ook de bouwstijl van de huizen.
Ik weet het eerlijk gezegd niet zeker, maar volgens mij is Nuwara Eliya een stad waar vooral de welgestelde Singalezen wonen.
Er staan hier namelijk ontzettend mooie en grote huizen, een groot verschil met de rest van Sri Lanka.
Binnen in een mooie pub.
En toch is er ook het typisch Sri Lankaans.
De mensen lopen op blote voeten, gehuld in een sarong, een dikke trui en soms muts als bescherming tegen de kou.
Wij hebben geluk, het is minder koud vandaag en we kunnen nog rondlopen in T-shirt (april 2006)
We gaan wat stadssfeer opsnuiven ..
Op de markt toont de gids ons het klaarmaken van een blad om op te kauwen (betelblad)
De bananenbloem
en nog veel meer op de markt ..
Verse(?) vis ... of liever een stukje vlees?