Sri Lanka en Ceylon tea

 

De omgeving rond Nuwara Eliya is dus niet alleen de plek waar de elite van Sri Lanka zich in de warmste tijd van het jaar terugtrekt.

Dit deel van Sri Lanka is wereldberoemd vanwege de Ceylon-thee die hier geproduceerd wordt. Hier werd eerder het bos gekapt voor de aanplant van koffiestruiken. Maar die werden rond 1869 vernield door de bladzwam Hermelia vastarix, dé gevreesde plaag van de koffieplantages.

De geruïneerde planters stortten zich daarop met volle overgave op de thee.

(foto genomen via google)

Oorspronkelijk komt thee uit China en maakte zogezegd een omweg via de Britten. De overvloedige regenval en zonneschijn in combinatie met koude nachten en mist vormden het ideale klimaat om hoog groeiende, geurige theesoorten te produceren. Daarvan maakte een jonge Schot, James Taylor (die al in 1867 begonnen was met het verbouwen van thee) gebruik om de theeteelt in Sri Lanka te commercialiseren.

Het berggebied van Sri Lanka, dat gewoonlijk als Up Country aangeduid wordt, is overal bekend om zijn theeplantages. Tot in 1971 waren de meeste theebedrijven in Britse handen. Na de aanname van de Land Reform Act kwam hier verandering in en kwam een groot deel van de bedrijven weer in lokale handen.

Al bijna 200 jaar gedijt op het exotische eiland een van de beste theeën ter wereld. Van 1995 tot 2010 stond Sri Lanka als eerste op de ranglijst aan van de grootste thee-exporteurs ter wereld. Daarna nam Kenia die eerste plaats in.

Een theestruik kan ongeveer 100 jaar oud worden. Op die leeftijd wordt hij vervangen door een nieuwe - er worden nieuwe plantjes gekweekt in de 'kinderkamer'. Op 1 ha staan ongeveer 7500 tot 10.000 struiken. De theestruik kan een flinke boom (tot ongeveer 17m) worden, maar door regelmatig te snoeien wordt hij op een hoogte van 60 tot 70 cm gehouden. Dat is niet alleen gemakkelijk voor de pluk maar de struik vertakt zich ook vlugger en levert daardoor meer jonge theeblaadjes. Deze worden om de zeven tot tien dagen geplukt, het hele jaar door. De blaadjes zijn 4-15 cm lang en 2-5 cm breed.

Geur en kwaliteit nemen toe met de hoogte. Hoe hoger de plantages liggen (tot 2300m) des te fijner het aroma van de thee. De beste thee groeit boven de 1500 m. De gebieden beneden de 700 m leveren de Low Grown Teas - die tussen de 700 en 1350 m de Medium Grown en die tussen de 1350 en 2000 de High Grown.

Het plukken van de thee wordt altijd door vrouwen gedaan. Dagelijks werken op de plantages duizenden vrouwen en meisjes. Met rappe vingers plukken ze voorzichtig de tere blaadjes en leggen die behendig in de grote draagkorf die ze op rug en schouders torsen. Geen machine kan de vrouwenhanden vervangen. Alleen de bovenste lichtgroene bladeren en de behaarde knoppen worden geplukt. Per dag plukt een vrouw of meisje ongeveer 20 kg theeblaadjes. 20 kg bladeren levert 5 kg thee op.

Volgende alinea komt uit de Volkskrant

  • Twintig kilo theebladeren per dag plukken de Tamilvrouwen van de Bluefield Tea Factory, niet ver van de stad Kandy, midden in Sri Lanka. De lonen zijn er laag en het werk is zwaar. Ze plukken met grote snelheid. Ze meten de hoogte van de theestruik met een bamboestok, plukken wat er bovenuitsteekt en gooien de bladeren met één beweging in een zak die is bevestigd aan hun hoofd. Ze mogen twintig minuten eten tussendoor: rijst met kip en een kop koude thee uit een fles Arrack – de nationale sterke drank.

In de 19de eeuw werden Tamils uit Zuid-India aangetrokken voor het werk in de theetuinen. Na een eeuw van rechteloosheid kregen deze 'thee-Tamils' in 1978 enkele rechten en een geringe verhoging van hun lage loon. Na een algemene staking in 1984 kregen de pluksters opnieuw financieel iets meer armslag. Maar de meesten wonen nog in kleine huisjes op de plantage en hebben geen goede medische voorzieningen.

We zien dan ook in deze hooglanden de eindeloze valleien met dicht op elkaar groeiende theestruiken, geurende theefabrieken en in felgekleurde sari’s geklede Tamil-pluksters. De volle manden worden naar de fabriek gebracht via een dicht net van smalle paadjes. Op de struiken die geplukt zijn, leggen de pluksters bamboestokken neer die telkens verschoven worden.

Wij bezoeken een theefabriek in de omgeving van Nuwara Eliya. De thee die recht uit het veld komt, de wereldberoemde Ceylon thee wordt hier geproduceerd.

Al is koffie mijn favoriet, ik sla een kopje thee niet af. Ik vind het wel fijn om te zien waar mijn thee vandaan komt. Niet alleen voor theedrinkers is een bezoek aan een theefabriek interessant.

Pedro’s tea estate (1885) is de oudste fabriek in Nuwara Eliya en misschien zelfs in héél Sri Lanka. De fabriek werkt nog deels met oorspronkelijke machines. We zien nog hoe het handwerk verliep en we krijgen meteen ook nog een indruk van de werkomstandigheden in zo'n fabriek. Het hele jaar door wordt geoogst. Maar op zondag wordt niet geplukt en op maandag staat de fabriek stil.

Wij bezoeken Pedro tea factory in Nuwara Eliya omdat deze (volgens de gids) bekend staat om de gedetailleerde uitleg over het hele proces van thee maken, die we hier krijgen. Iedere 24 uur wordt hier 2.500 kilo thee geproduceerd.

In het grote gebouw ruikt het alsof we in een gigantische theedoos zijn. Vanaf de receptie hebben we een mooi zicht op deze plantage.

We krijgen een factory outfit en beginnen een rondleiding.

Er staan lange rekken vol theeblaadjes; ze drogen er zo’n acht tot twaalf uur bij open ramen, tenminste als de zon schijnt. Soms worden de theeblaadjes in heel lange bakken door een droge-luchtmachine in ongeveer 10 uren gedroogd. Toch bevatten ze na het drogen nog 50% vocht

Vervolgens worden de theeblaadjes gekneusd en gebroken. Een schudmachine sorteert ze daarna volgens grootte in vier soorten. Al wat er doorheen valt is 'afval' - wordt in grote zakken gedaan en krijgt de naam Dust.

Dan volgt het fermenteren, een soort gistingsproces waardoor de thee op de goede kleur, geur en smaak wordt gebracht. De gefermenteerde thee wordt in aluminiumvaten gedaan, vervolgens gedurende 20 minuten in een machine geroosterd en daarna 5 minuten gedroogd.

Aan het eind van het proces worden de blaadjes gesneden of vermalen en dat is het punt waarop de smaak wordt bepaald. Vermalen blaadjes hebben een sterkere smaak, grove blaadjes hebben een minder sterke smaak.

Een soort magneet zuivert de thee en ten slotte sorteert een lopende band de thee opnieuw naar grootte, waarna de kisten/zakken met de verschillende kwaliteiten worden gevuld.

De beste kwaliteit en ook de duurste is de Golden Tip, die alleen van de knoppen wordt gemaakt en weinig looistoffen bevat. Daarna volgt Silver Tip, daarna de zachte en hoogwaardige Flowery BOP, waarvoor uitsluitend de punten van de gesloten theebloesems worden gebruikt. De middel grof gemalen Broken Orange Pekoe (BOP) is afkomstig uit de hoogste regio’s van het eiland – (de twee bovenste blaadjes met knop) en de meest bekende soort. Iets krachtiger zijn de uit kleine bladeren geproduceerde BOP Fannings.

Golden tips tea : https://theceylontea.com/store/golden-tips-tea/

Silver tips tea : https://theceylontea.com/store/silver-tips-tea/

Volgens de gids in de fabriek leveren de twee bovenste blaadjes met knop (de jongste dus) de Broken Orange Pekoede, de beste kwaliteit. De minste kwaliteit Dust (de restafval) is bestemd voor theezakjes. De merken Pickwick, Twinnings en Lipton kopen deze theeblaadjes. Ze mixen ze vervolgens met hun eigen smaken, waarbij 50% van de thee die uiteindelijk in de winkel ligt bestaat uit de originele theeblaadjes. De rest is toegevoegde smaak, per merk verschilt dit.

Een theeproever van de veiling van Colombo proeft soms 300 kopjes per dag, maar spuwt de thee natuurlijk weer uit. In Sri Lanka wordt thee overigens met veel melk en suiker gedronken.

De beste kwaliteit en ook de duurste is de Golden Tip, die alleen van de knoppen wordt gemaakt en weinig looistoffen bevat. Daarna volgt Silver Tip, daarna de zachte en hoogwaardige Flowery BOP, waarvoor uitsluitend de punten van de gesloten theebloesems worden gebruikt. De middel grof gemalen Broken Orange Pekoe (BOP) is afkomstig uit de hoogste regio’s van het eiland – (de twee bovenste blaadjes met knop) en de meest bekende soort. Iets krachtiger zijn de uit kleine bladeren geproduceerde BOP Fannings.

Golden tips tea : https://theceylontea.com/store/golden-tips-tea/

Silver tips tea : https://theceylontea.com/store/silver-tips-tea/

Volgens de gids in de fabriek leveren de twee bovenste blaadjes met knop (de jongste dus) de Broken Orange Pekoede, de beste kwaliteit. De minste kwaliteit Dust (de restafval) is bestemd voor theezakjes. De merken Pickwick, Twinnings en Lipton kopen deze theeblaadjes. Ze mixen ze vervolgens met hun eigen smaken, waarbij 50% van de thee die uiteindelijk in de winkel ligt bestaat uit de originele theeblaadjes. De rest is toegevoegde smaak, per merk verschilt dit.

Een theeproever van de veiling van Colombo proeft soms 300 kopjes per dag, maar spuwt de thee natuurlijk weer uit. In Sri Lanka wordt thee overigens met veel melk en suiker gedronken.

'A unique hotel in the Misty Mountains of Sri Lanka'.. dit sprak ons onmiddellijk aan!

Wij hebben het geluk te mogen logeren in een van de origineelste hotels, gelegen in een rustige omgeving met zicht op de heuvels met theeplantages en het woud.

De lobby verraadt reeds de vroegere functie van het hotel en bestaat uit een geslaagde mix van katrollen, ijzeren draagbalken en hout.

We wanen ons meteen in de voormalige Hethersett Tea Factory.

Het klapstuk in dit uniek en karaktervol hotel is de ouderwetse lift - The Birdcage.

Als je ooit in deze mooie omgeving met theeplantages en mistige bergen wilt logeren en dan ook nog in een uniek hotel. Kies dan voor deze ultieme verblijfservaring in koloniale stijl.

https://www.booking.com/hotel/lk/heritance-tea-factory.nl.html

Nog wat sfeerbeelden van het interieur

 

Vanuit dit hotel gaan we mooie wandelingen maken.

 

Volgend deel : Horton Plains en World's End